Vrijwel iedereen kent gelukkige en minder gelukkige periodes in zijn of haar leven. In de meeste gevallen hebben deze veranderingen in de gemoedstoestand een duidelijke oorzaak. Door een ontslag of het verlies van een dierbare kunnen we bijvoorbeeld een donkere periode doormaken, terwijl we juist op wolkjes lopen als we verliefd zijn of een fijne nieuwe baan hebben.

Zo’n 2,5% van de bevolking vervalt echter zonder reden van het ene uiterste in het andere qua stemming. Soms denken deze personen dat ze de hele wereld aankunnen, terwijl ze zich op andere momenten juist heel somber en lusteloos voelen. Wanneer geen fysieke oorzaak gevonden wordt voor deze stemmingswisselingen, kan er sprake zijn van een bipolaire stoornis.

Een bipolaire of manisch-depressieve stoornis is een ernstige psychiatrische aandoening waarbij de stemming van de patiënt wisselt tussen twee uitersten, namelijk zware depressie en (hypo)manie. De term ‘bipolair’ verwijst dus naar de extremen, of polen, die elkaar afwisselen. Daarnaast kan de patiënt ook ‘normale’ periodes hebben waarin zijn of haar stemming stabiel is. 

Om als bipolair gediagnosticeerd te worden moet je minstens één episode van (hypo)manie beleefd hebben in combinatie met een depressieve periode. Bij vier of meer ziekte-episodes per jaar is er sprake van ‘rapid cycling’ oftewel snelle wisseling. 

Bipolaire stoornissen komen in alle lagen van de bevolking voor. De symptomen komen meestal tot uiting tussen het 25ste en het 50ste levensjaar. Naar schatting treft de aandoening evenveel mannen als vrouwen, maar de manier waarop ze zich manifesteert lijkt wel te verschillen tussen beide geslachten. Bij vrouwen is het depressieve aspect meestal dominant, terwijl mannen juist meer manische episodes lijken te ervaren. 

Twee uitersten

Manie en hypomanie

Een manie is een periode van minimaal één week waarin tenminste drie van de onderstaande kenmerken voorkomen:

  • Veel energie
  • Minder behoefte aan slaap
  • Moeite met concentreren
  • Grootheidswaanzin
  • Overdreven positief zelfbeeld
  • Prikkelbaarheid
  • Moeite met concentreren
  • Chaotische gedachten
  • Toename van risicogedrag 

Aangezien een manie gepaard kan gaan met roekeloos gedrag, kunnen patiënten tijdelijk opgenomen worden. Een bipolaire stoornis waarbij periodes van depressie en manie elkaar afwisselen wordt een ‘bipolaire stoornis type 1’ genoemd.

Hypomanie is een minder ernstige vorm van manie. Een dergelijke episode duurt gewoonlijk korter dan een ‘echte’ manie – een hypomanie kan al na één dag voorbij zijn – en de symptomen zijn minder extreem. Een bipolaire stoornis die gepaard gaat met periodes van depressie en hypomanie wordt een ‘bipolaire stoornis type 2’ genoemd.

Bipolaire depressie

Een bipolaire depressie – dit is een depressieve episode die voorkomt in combinatie met minstens één vlaag van (hypo)manie – duurt minstens twee weken en wordt gekenmerkt door minstens vijf van de volgende symptomen: 

  • Veranderingen in slaappatroon
  • Vermoeidheid
  • Rusteloosheid
  • Veranderingen in eetpatroon
  • Neerslachtigheid
  • Concentratiestoornissen
  • Besluiteloosheid
  • Negatief zelfbeeld
  • Weinig plezier beleven aan activiteiten die gewoonlijk als prettig ervaren worden
  • Zelfmoordgedachten

Risicofactoren

In principe kan iedereen een bipolaire stoornis krijgen, maar sommige mensen lopen meer risico dan andere. Erfelijkheid schijnt een belangrijke rol te spelen. Zo zouden kinderen van bipolaire ouders 10 tot 50% kans hebben om in de loop van hun leven een bipolaire stoornis te ontwikkelen. Bij de algemene bevolking bedraagt dit risico ongeveer één op vijfentwintig.

Je genen heb je helaas niet in de hand, maar je levensstijl gelukkig wel. Gezonde slaap- en eetgewoonten hebben niet alleen een positieve invloed op de lichamelijke, maar ook op de geestelijke gezondheid. Daarnaast wordt aangeraden om stress zoveel mogelijk te vermijden, aangezien dit vaak een impact heeft op het slaappatroon en een ongezonde levensstijl in de hand werkt. Mensen die onder grote druk staan zijn immers eerder geneigd om naar ‘troostvoedsel’, alcohol of drugs te grijpen.

Nadelen van psychofarmaca

De behandeling van bipolaire stoornissen is gericht op het verlichten van de symptomen, want de aandoening zelf is niet te genezen. In de meeste gevallen schrijven de behandelende artsen psychofarmaca voor om stabiliteit te bereiken en te behouden, al dan niet in combinatie met psycho- of gedragstherapie. 

Aan het gebruik van psychofarmaca zijn echter nadelen verbonden: bij sommige patiënten kunnen de voorgeschreven geneesmiddelen de symptomen niet of onvoldoende controleren, er kunnen ongewenste neveneffecten optreden en in vele gevallen moet de medicatie voor een lange periode – zo niet levenslang – ingenomen worden, omdat het risico op herval aanwezig blijft.

Medicinale cannabis als natuurlijk alternatief

Uit anekdotische rapporten blijkt dat cannabisgebruik relatief vaak voorkomt bij patiënten met een bipolaire stoornis. Op basis daarvan vermoedden sommige onderzoekers aanvankelijk dat er een verband bestond tussen cannabis en het ontstaan van de aandoening, maar dat bleek onjuist. In tegendeel zelfs, patiënten met een bipolaire stoornis die cannabis gebruiken geven aan dat ze juist een positieve invloed op de symptomen ondervinden.

In 2017 onderzocht een Brits onderzoeksteam onder leiding van professor C.H. Ashton de invloed van cannabis op de symptomen van een bipolaire stoornis. Hieruit bleek dat medicinale cannabis zowel de symptomen van depressie als van manie kan verlichten. Zowel THC als CBD werken ontspannend en kunnen depressieve gevoelens en angstigheid verminderen. Bovendien zijn er aanwijzingen dat beide cannabinoïden eveneens antipsychotische effecten uitoefenen. 

Bron: Cannabinoïden bij bipolaire affectieve stoornis: een overzicht en bespreking van hun therapeutisch potentieel – PubMed (nih.gov)

Dit is goed nieuws voor patiënten met een bipolaire stoornis bij wie psychofarmaca niet het gewenste effect hebben of die veel bijwerkingen ondervinden. Voor hen kan medicinale cannabis of wietolie soelaas bieden. 

Tekst: Shanna Pettens

Marilyn Monroe
Marilyn Monroe

Als er tijdens een quiz gevraagd zou worden ‘Wat weet je over Marilyn Monroe?’ zouden de meeste kandidaten het over haar films, de iconische foto boven het luchtrooster of haar vermeende affaire met president Kennedy hebben. Het feit dat de legendarische en veel te jong overleden filmster aan endometriose leed en daardoor ongewild kinderloos bleef is waarschijnlijk minder bekend.

De actrice was waarschijnlijk de bekendste, maar spijtig genoeg lang niet de enige endometriosepatiënte. De pijnlijke gynaecologische aandoening treft wereldwijd ongeveer 10 à 15% van de vrouwen in de vruchtbare levensfase. In Nederland alleen al gaat het om ruim 400.000 patiëntes. 

De ziekte treedt op wanneer het slijmvlies dat zich normaal enkel aan de binnenkant van de baarmoeder bevindt ook daarbuiten begint te groeien. Het weefsel reageert op hormonale veranderingen gedurende de menstruatiecyclus alsof het zich in de baarmoeder bevindt. Dit veroorzaakt (heftige) pijn en gaat vaak gepaard met chronische ontstekingsreacties. 

Daarbovenop kan het buitenbaarmoederlijke weefsel de eileiders, eierstokken en baarmoederwand aantasten en zelfs de nier-, blaas- en darmfunctie verstoren. Ongeveer de helft van de patiëntes krijgt te maken met vruchtbaarheidsproblemen.

Endometrioseklachten komen voornamelijk voor bij vrouwen in de leeftijdscategorie van dertig tot vijvenveertig jaar. Circa 15% van de patiëntes is jonger dan dertig. Uit onderzoek blijkt echter dat het weefsel dat verantwoordelijk is voor deze klachten al op veel jongere leeftijd aanwezig kan zijn. Zo kunnen er bij tienermeisjes endometriale implantaten aangetroffen worden, terwijl ze er op dat moment nog geen hinder van ondervinden. Vermoedelijk gaan er jaren overheen voordat het slijmvlies dat buiten de baarmoeder groeit ook daadwerkelijk voor problemen zorgt. 

Endometriose versus pijnlijke maandstonden

THC-olie bij endometriose

Maandstonden zijn geen pretje. Een recente omvraag van het Radboud UMC waaraan ruim 42 000 Nederlandse vrouwen deelnamen bevestigt dit. Maar liefst 85% van de respondenten gaf aan maandelijks menstruatiepijn te hebben.

Bij één derde zou de pijn zo hevig zijn dat het dagelijkse functioneren erdoor belemmerd wordt. Hoe kunnen vrouwen dan inschatten of er sprake is van ‘normale’ menstruatiepijn of dat er mogelijk iets ernstigers aan de hand is, vraag je je misschien af.

Zeer pijnlijke maandstonden zijn gewoonlijk het eerste symptoom van endometriose, maar na verloop van tijd krijgen patiëntes ook op andere momenten in hun cyclus last van (hevige) buikpijn. Door de aanwezigheid van baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder kan er chronische pijn in het bekken, de onderrug en de buik ontstaan. Ook geslachtsgemeenschap kan voor vrouwen met endometriose pijnlijk zijn.

Immunologische stoornissen en klinisch endocannabinoïden tekort

Hoewel de aandoening voor het eerst in 1921 vastgesteld werd, tasten wetenschappers nog steeds in het duister wat de precieze oorzaak betreft. Erfelijkheid lijkt een rol te spelen. Vrouwen van wie de moeder, zus of tante aan endometriose lijdt hebben een grotere kans om de ziekte te ontwikkelen. 

Volgens een andere theorie zouden immunologische stoornissen betrokken zijn bij het ontstaan van de ziekte. Deze gedachte wordt ondersteund door de vaststelling dat (auto-)immuunziektes verhoudingsgewijs vaker voorkomen bij endometriosepatiënten. 

Verschillende studies hebben aangetoond dat THC, de psychoactieve stof afkomstig van de cannabisplant, het immuunsysteem ondersteunt. Als het vermoedelijke verband tussen een haperend immuunsysteem en het ontstaan van endometriose blijkt te kloppen, kan de toediening van THC – bijvoorbeeld in de vorm van olie – een preventieve werking hebben. Wanneer een patiënte al symptomen heeft zou THC-olie de voortgang van de ziekte kunnen afremmen. 

Tot slot wordt de ziekte in verband gebracht met een klinisch endocannabinoïdetekort. Na de hersenen bevat het vrouwelijke voortplantingsstelsel het grootste aantal cannabinoïde receptoren. Bij vrouwen die aan endometriose lijden blijken er minder CB1-receptoren in het weefsel van de baarmoederholte aanwezig te zijn. Dit tekort kan leiden tot de groei en verspreiding van buitenbaarmoederlijk slijmvlies en een toename van de pijnklachten.  

Zoals we inmiddels weten, bindt THC zich aan de CB1-receptoren van het endocannabinoïde systeem (ECS). Door de toediening van THC-olie worden de endocannabinoïde receptoren geactiveerd. Op die manier wordt het ECS hersteld en hervindt het zijn natuurlijke balans. 

THC-olie vermindert pijnklachten, ontstekingsreacties en sombere gevoelens

THC-olie bij endometriose

Endometriose is een ingrijpende ziekte die een grote impact heeft op het lichamelijke en mentale welzijn van patiënten. Bovenop de fysieke ongemakken kampen veel endometriosepatiënten met psychische aandoeningen zoals depressie en angststoornissen. 

Omdat THC een pijnverlichtende en ontstekingsremmende werking heeft, kan THC-olie gebruikt worden om de fysieke symptomen van de ziekte te behandelen.

Daarnaast heeft THC een gelijkaardige werking als het zogenaamde gelukshormoon serotonine. Op die manier draagt de cannabinoïde bij aan een positief humeur. 

Besluit 

Tot nu toe heeft de traditionele geneeskunde geen adequate remedie tegen endometriose gevonden. De huidige behandeling richt zich vooral op symptoombestrijding. Naast pijnmedicatie krijgen patiënten geregeld antidepressiva of medicijnen tegen angststoornissen voorgeschreven. Deze geneesmiddelen hebben echter bijwerkingen en langdurig gebruik kan schadelijk zijn.

THC-olie kan als natuurlijk alternatief voor pijnstillers en antidepressiva dienen. Bovendien heeft het een remmend effect op ontstekingsreacties. Als verder onderzoek de link tussen endometriose en het immuunsysteem – dat trouwens deel uitmaakt van het ECS – bevestigt, zou dat ten slotte betekenen dat THC-olie niet enkel de symptomen, maar ook de oorzaak van de aandoening kan aanpakken.

Tekst: Shanna Pettens

Door Shanna Pettens

Iedereen is weleens bang, bijvoorbeeld bij onweer of wanneer je alleen door een donkere straat loopt. Op zich is daar niets mis mee, want in tegenstelling tot wat sommigen denken is angst geen eenduidig negatieve emotie. In tegendeel zelfs, in feite is onze angstrespons een beschermingsmechanisme dat verschillende lichamelijke processen op gang brengt waardoor we onmiddellijk paraat staan en snel kunnen reageren. Door de aanmaak van het stresshormoon cortisol komt er extra energie vrij. Daarnaast spannen we onbewust onze spieren aan, zodat we klaar zijn om ons te verdedigen of te vluchten.

Evolutionair gezien vergrootte een adequate angstreactie de overlevingskansen aanzienlijk. Onze voorouders die terecht gealarmeerd reageerden als ze een groot roofdier zagen, leefden over het algemeen langer dan hun onbevreesde soortgenoten. Door hun hogere levensverwachting kregen ze vermoedelijk ook meer nakomelingen.  

Wanneer er echter geen reëel gevaar dreigt, is onze angstreflex onnodig en zelfs hinderlijk. Want hoewel onze angstreactie ons leven kan redden, heeft een te frequente of langdurige blootstelling aan angstprikkels een nadelig effect op ons lichaam. Dezelfde spierspanning die ons in staat stelt om snelle bewegingen te maken kan onze spieren doen verstijven, waardoor we niet alleen spierpijn, maar ook hoofdpijn en migraine kunnen krijgen.

Een overmatige cortisolaanmaak heeft eveneens een negatieve impact. Te hoge cortisolwaarden worden in verband gebracht met uiteenlopende klachten zoals hoge bloeddruk, verhoogde bloedsuiker, geheugenproblemen, overgewicht, verlies van spiermassa, osteoporose en zelfs hartproblemen. Bij vrouwen kan het bovendien de menstruatiecyclus in de war sturen. 

Stoornis

Wanneer angstklachten langer dan vier maanden aanhouden kan er sprake zijn van chronische angst of een angststoornis. Personen met een dergelijke stoornis ervaren heftige angsten zonder dat er een concrete aanleiding voor is. Ze voelen zich rusteloos en prikkelbaar en kunnen zich door het vele piekeren moeilijk concentreren, wat een weerslag kan hebben op hun school- of arbeidsprestaties. De voortdurende psychische belasting heeft ook een kwalijke invloed op de nachtrust van patiënten, wat op termijn tot oververmoeidheid kan leiden.  

Buitenproportionele angstreacties kunnen het dagelijkse functioneren aanzienlijk belemmeren en een impact hebben op de levenskwaliteit van patiënten. Om zoveel mogelijk triggers te vermijden gaan personen met een angststoornis bepaalde situaties vaak uit de weg of ze beperken hun sociale contacten, waardoor de kans op isolement en depressie toeneemt. Bovendien kan er angst voor de angstaanvallen zelf ontstaan, waardoor iemand al gauw in een vicieuze cirkel belandt. 

Chronische angst is een veelvoorkomende psychische aandoening. Volgens cijfers van de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) krijgt bijna één op vijf Nederlanders er vroeg of laat mee te maken. De stoornis komt tweemaal zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen en ontstaat meestal op relatief jonge leeftijd. De eerste klachten duiken over het algemeen op tussen de leeftijd van vijftien en dertig jaar. Onbehandeld kunnen de symptomen verergeren naarmate de patiënt ouder wordt.  

De precieze oorzaak van een angststoornis is nog niet geheel duidelijk. Wetenschappers vermoeden dat er verschillende factoren meespelen, waaronder erfelijkheid en opvoeding. Zo wijzen familiestudies op een ‘erfelijke gevoeligheid’ die het risico om deze aandoening te ontwikkelen voor een stuk bepaalt. Ook de opvoeding speelt een rol. De manier waarop we met angst omgaan is onder meer het resultaat van aangeleerd gedrag en ervaringen uit het verleden. Verder geloven wetenschappers dat bepaalde stoffen in de hersenen, ook wel neurotransmitters genoemd, een invloed hebben op onze aanleg voor angst.  

Onderzoek

Deze link tussen neurotransmitters en angstklachten werd wetenschappelijk onderbouwd door Dr. Sachin Patel. Deze professor in de psychiatrie en gedragswetenschappen die verbonden is aan het Vanderbilt University Medical Center in Nashville, Tennessee ontdekte een verband tussen een bovenmatige angstrespons en een verstoord endocannabinoïde systeem (ECS). 

Link naar onderzoek: Cannabis kan angstniveaus verminderen , maar alleen in kleine doses | Daily Mail Online

Zoals we weten vormt het ECS een uitgebreid netwerk dat bestaat uit cannabinoïde receptoren CB1 en CB2 en lichaamseigen cannabinoïden die als  signaalstoffen fungeren. Aan de hand van experimenten met muizen konden de receptoren en de neurotransmitter die bij angstreacties betrokken zijn geïdentificeerd worden.   

De studie wees uit dat de proefdieren meer angstig gedrag vertoonden wanneer de CB1-receptoren in de amygdala medicamenteus geblokkeerd of door genetische manipulatie verwijderd werden. De receptoren bevinden zich in het hersengebied dat betrokken is bij de regulering van angst en de zogenaamde fight-or-flight response (vecht- of vluchtreactie). 

Uit een andere studie bleek dat de neurotransmitter 2-arachidonoylglycerol (2-AG) nauw betrokken is bij angstregulatie. Zo namen Dr. Patel en zijn collega’s angstig en depressief gedrag waar bij genetisch gemodificeerde muizen met een verminderd vermogen om deze endocannabinoïde te produceren. Wanneer de hoeveelheid 2-AG verhoogd werd bleek het angstige gedrag van de proefdieren te verminderen.

Het verband tussen 2-AG, de CB1-receptoren in de amygdala en de angstrespons dat bij muizen werd vastgesteld is volgens Dr. Patel ook bij mensen aanwezig. De signaalstof 2-AG bindt zich aan de CB1-receptoren. Wanneer deze neurotransmitter in voldoende mate aangemaakt wordt en de receptoren goed functioneren, slagen we erin om onze angstrespons te reguleren.

Door factoren zoals chronische stress of een ernstig emotioneel trauma kan de productie van 2-AG afnemen. Indien de voorraad op raakt heeft dat een weerslag op de mentale veerkracht. We worden minder stressbestendig en vertonen eerder angstig gedrag als we blootgesteld worden aan acute prikkels. Op termijn kan 2-AG deficiëntie uiteindelijk bijdragen aan de ontwikkeling van stressgerelateerde psychische stoornissen.

THC

Gelukkig is er een plantaardige cannabinoïde die zich aan dezelfde receptoren bindt als het lichaamseigen 2-AG, namelijk THC. Omdat de CB1-receptoren geen onderscheid maken tussen 2-AG en het psychoactieve bestanddeel van cannabis, kan THC deze signaalstof vervangen. Op die manier wordt de verminderde endocannabinoïdenproductie gecompenseerd.

De bevindingen van Dr. Patel bevestigen de subjectieve waarneming van talrijke cannabisgebruikers die aangeven dat ze zich rustiger en minder angstig voelen.

Voor wie liever geen cannabis rookt of verdampt is THC-olie een gebruiksvriendelijk alternatief om angstklachten die het gevolg zijn van een 2-AG tekort te behandelen.

Door Shanna Pettens

Herhaaldelijk handen wassen, dwangmatig voorwerpen sorteren of tellen, telkens opnieuw controleren of de deur op slot zit,… zijn voorbeelden van obsessief-compulsief gedrag. Naar schatting 1 tot 3% van de Nederlanders ervaart een onweerstaanbare drang om bepaalde handelingen uit te voeren. Wanneer deze personen hun ‘rituelen’ om één of andere reden niet kunnen volbrengen, veroorzaakt dit angst en spanning.

Een obsessieve-compulsieve stoornis – ook wel dwangneurose, obsessieve compulsive disorder of kortweg OCD genoemd – wordt gekenmerkt door terugkerende, ongewenste gedachten (obsessies) en herhaalde, dwangmatige handelingen (compulsies). In veel gevallen beseft de patiënt dat zijn of haar gedrag niet werkelijk nodig is, maar desondanks veroorzaakt het idee om ermee te stoppen een gevoel van controleverlies en paniek. 

OCD komt meestal tot uiting tijdens de jonge volwassenheid. Meestal zijn de symptomen in eerste instantie vrij onschuldig, maar naarmate de patiënt ouder wordt en in tijden van stress verergeren ze vaak. De aandoening kan het dagelijkse leven van de persoon die eraan lijdt ernstig verstoren: ten eerste kan het uitvoeren van de dwangmatige handelingen erg tijdrovend zijn en ten tweede kan de stoornis een negatieve impact hebben op relaties, werk of studie.  

Het stellen van de diagnose OCD vereist de nodige expertise, aangezien obsessieve gedachten bij heel wat psychiatrische stoornissen voorkomen. Bovendien kan oncontroleerbaar gedrag eveneens een kenmerk zijn van een andere aandoening, zoals het syndroom van Gilles de la Tourette. Tot slot gaat een obsessieve-compulsieve stoornis vaak gepaard met andere psychische problemen zoals depressie, eetstoornissen en angststoornissen.

Om te bepalen of er sprake is van een dwangneurose stelt de arts vragen aan de patiënt. In sommige gevallen wordt er ook een lichamelijk onderzoek of een bloedproef uitgevoerd om een fysieke oorzaak of drugs- of geneesmiddelenmisbruik uit te sluiten. De ernst van de ziekte wordt gewoonlijk gemeten op een numerieke schaal die de impact van de gedachten en de handelingen op het dagelijkse leven meet. 

Een obsessief-compulsieve stoornis is moeilijk te behandelen en blijft meestal levenslang bestaan. Psychologische begeleiding en cognitieve gedragstherapie kunnen ondersteuning bieden om bepaalde reacties op angst te leren veranderen. In veel gevallen wordt er bijkomend antidepressiva voorgeschreven. Deze medicatie kan de symptomen verlichten, maar heeft vaak ongewenste nevenwerkingen. Bovendien is er een aanzienlijke kans op herval wanneer de toediening stopgezet wordt. 

Positief effect van CBD en THC bij ratten

Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat zowel CBD als THC een positieve invloed hebben op de symptomen van OCD. Een onderzoeksteam van de University of Sao Paulo School of Medicine testte het effect van CBD op ratten. In dezelfde periode vond er een andere studie plaats waarbij de proefdieren THC toegediend kregen. De onderzoekers stelden vast dat beide cannabinoïden een remmende werking op OCD-symptomen hadden. 

De Braziliaanse onderzoekers onder leiding van Dr. Francisco Guimarães voerden een test uit waarbij de ratten eerst een stof toegediend kregen om paniekaanvallen op te wekken. Vervolgens gaven de onderzoekers de dieren knikkers die ze onmiddellijk begonnen te begraven. Een handeling die bij deze knaagdieren als een uiting van obsessief gedrag beschouwd wordt. 

Daarna kregen de ratten CBD toegediend om te kijken of dit gedrag zou afnemen. Uit de resultaten bleek dat zelfs een zeer lage dosis van de cannabinoïde ervoor zorgde dat de obsessief-compulsieve handelingen verminderden. De onderzoekers leidden hieruit af dat CBD een mogelijk anti-compulsief effect heeft. Bovendien bevestigde de studie de bevindingen uit eerdere proeven.

Veelbelovende resultaten

Het effect van CBD en THC op compulsief gedrag werd tot nog toe enkel onderzocht bij ratten, waardoor we de bevindingen niet volledig kunnen doortrekken naar mensen die aan een dwangstoornis lijden. Desalniettemin kunnen de vaststellingen veelbelovend genoemd worden. Hopelijk wordt er in de toekomst nog meer onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van medicinale cannabis als natuurlijk alternatief voor antidepressiva bij de behandeling van obsessief-compulsieve stoornissen en andere psychiatrische aandoeningen.  

THC-olie maakt het leven van fibromyalgiepatiënten draaglijker

Door Shanna Pettens

(Ochtend)stijfheid, pijnlijke spieren en gewrichten zijn ongemakken die voornamelijk met (hoog)bejaarden geassocieerd worden. Nochtans zijn er ook jonge mensen en zelfs kinderen wiens dagelijks leven bemoeilijkt wordt door chronische pijnklachten en vermoeidheid. 

fibromyalgie en cannabis

In Nederland lijden naar schatting 340.000 personen aan fibromyalgie. Zo’n 80 à 90% van de patiënten zijn vrouwen. Waarom mannen minder vaak getroffen worden is vooralsnog onbekend. De ziekte wordt meestal vastgesteld in de leeftijdscategorie van 25 tot 45 jaar, maar de eerste symptomen kunnen ook al in de kindertijd of de adolescentie opduiken.

De naam van de ziekte omschrijft eigenlijk het ziektebeeld. Fibromyalgie betekent namelijk letterlijk ‘pijn in bindweefsel en spieren’. Andere veelvoorkomende symptomen zijn (ochtend)stijfheid, gemakkelijk spierpijn na inspanning, overgevoeligheid bij aanraking, geheugen- of concentratieproblemen en stemmingswisselingen die gepaard kunnen gaan met angstige of depressieve gevoelens. Daarbovenop kampen sommige patiënten met huidproblemen en spijsverteringsklachten.

Omdat pijnklachten het slaappatroon kunnen verstoren, lijdt een aanzienlijk aantal patiënten aan chronische vermoeidheid. Dit heeft niet enkel een negatieve impact op hun energiepeil overdag. Door het aanhoudende slaapgebrek maakt hun lichaam immers ook onvoldoende groeihormoon aan, waardoor spier- en bindweefsel zich minder goed herstellen. Op die manier belanden veel fibromyalgiepatiënten in een vicieuze cirkel.

Hoewel fibromyalgie al sinds 1976 officieel erkend is, bestaat er nog veel onduidelijkheid over deze chronische aandoening. Tot nu toe kon er geen duidelijke oorzaak achterhaald worden en in tegenstelling tot bij reuma worden er bij fibromyalgiepatiënten ook geen afwijkende bloedwaarden vastgesteld, noch zijn er aantoonbare afwijkingen van de spieren, de gewrichten of het bindweefsel te zien.

Onderzoekers vermoeden dan ook dat de oorzaak in de hersenen gezocht moet worden. Ze gaan ervan uit dat er iets misloopt bij de verwerking van pijnprikkels. Daarnaast zou er ook sprake zijn van een afwijkende aanmaak van de neurotransmitters endorfine en dopamine, die zowel het slaappatroon als de pijnbeheersing beïnvloeden.

Er bestaat geen geneesmiddel tegen fybromyalgie en de behandeling richt zich vooral op symptoombestrijding. Artsen schrijven hun patiënten vooral pijnstillers en slaapmedicatie voor en in sommige gevallen ook oxycodon, een krachtige pijnstiller die vaak gebruikt wordt bij hevige of chronische pijn. 

Dit medicijn kan de pijnklachten weliswaar verlichten, maar bij langdurig gebruik zijn er ook belangrijke nadelen aan verbonden. Zo kan er al snel gewenning ontstaan, waardoor patiënten steeds hogere doses moeten gebruiken om hetzelfde effect te bekomen. Bovendien worden er regelmatig nevenwerkingen gerapporteerd zoals duizeligheid, sufheid, slaapproblemen en obstipatie. 

Studie van het LUMC

Wetenschappers gingen op zoek naar een alternatieve behandeling. In 2017 startte het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) een onderzoek naar het effect van medicinale cannabis op fibromyalgiesymptomen. Tijdens de studie werd nagegaan hoe patiënten reageerden op de twee belangrijkste cannabinoïden uit de cannabisplant, namelijk CBD en THC.

Aan het onderzoek namen in totaal twintig proefpersonen deel. Er werden verschillende erkende metingen en tests uitgevoerd om een objectief beeld te krijgen van het effect van beide cannabinoïden op zowel de fysieke als de cognitieve en affectieve symptomen van de ziekte.

THC effectiever dan CBD

De deelnemers ondergingen onder meer een test waarbij de onderzoekers op één bepaalde plek op de hand drukten. Veel fybromyalgiepatiënten zijn namelijk overgevoelig voor aanraking en ervaren bij relatief weinig druk al hevige pijn. Aan de deelnemers werd gevraagd om aan te geven wanneer dit te pijnlijk werd. 

Uit de proef bleek dat de patiënten die een cannabisproduct met een hoog THC-gehalte gebruikt hadden duidelijk meer druk konden verdragen. Zij rapporteerden significant minder drukpijn in vergelijking met degenen die een product met een hoog CBD-gehalte of een placebo toegediend hadden gekregen.

Link naar het onderzoek:  Medicinale cannabis met veel THC verlicht pijn bij mensen met fibromyalgie • ReumaNederland

Druppels voor thuisgebruik

Uit de studie van het LUMC is dus gebleken dat THC veel effectiever is dan CBD om de pijnklachten van fibromyalgiepatiënten te verminderen. Bovendien heeft de psychoactieve component van cannabis een stress verlagend effect, het ontspant de spieren en bevordert een goede nachtrust. 

Dankzij THC-olie kunnen patiënten hun gebruik van slaap- en pijnmedicatie aanzienlijk terugschroeven of zelfs volledig achterwege laten. De olie kan eenvoudig toegediend worden met een paar druppels onder de tong en door de snelle werking ervaren de patiënten vrijwel meteen verlichting.  

THC-olie verlicht Prikkelbare Darm Syndroom-klachten

Door Shanna Pettens

Iedereen heeft wel eens ervaren hoe vervelend het is als je darmen van slag zijn. In de meeste gevallen is de boosdoener een bacterie of een virus en zijn de klachten van voorbijgaande aard, maar bij sommige patiënten houden ze veel langer aan. Wanneer iemand gedurende minstens twaalf weken buikklachten en ontlastingsproblemen (bijvoorbeeld verstopping of diarree) heeft, worden de ongemakken mogelijk veroorzaakt door een Prikkelbare Darm Syndroom (PDS). 

PDS is een verstoring van de functie van het maag-darmkanaal waarbij de dikke darm te veel of net te weinig bewegingen maakt. Hierdoor kan diarree of verstopping ontstaan. De aandoening valt onder de noemer ‘functionele buikklachten’, wat betekent dat de werking van de darmen verstoord is.

Naast pijn op wisselende plaatsen in de buik en problemen met de stoelgang, behoren gasvorming, een opgezette buik en vermoeidheid tot de meest gehoorde klachten. 

PDS is een veelvoorkomende aandoening. Minstens 10% van de Nederlandse bevolking zou eraan lijden. Vermoedelijk is dit een onderschatting van de werkelijke cijfers, want uit wereldwijd onderzoek blijkt dat circa 20% van de bevolking PDS-klachten zou kunnen hebben. De ziekte komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Maar liefst 75% van de patiënten zijn vrouwen. De ziekte kan zowel bij volwassenen als bij kinderen voorkomen.

De precieze oorzaak van PDS is onbekend, maar er zijn aanwijzingen dat de ziekte samenhangt met onder meer voedselallergieën of –intoleranties, stress, een verstoorde darmflora en een hormonale disbalans. Mogelijk speelt erfelijkheid eveneens een rol.  

Omdat er geen test bestaat die kan aantonen of iemand wel of niet aan PDS lijdt, wordt de diagnose gesteld op basis van de door de patiënt gerapporteerde klachten in combinatie met enkele onderzoeken (bloedafname, stoelgangsstaal of indien nodig een endoscopie) om andere ziektes uit te sluiten.

Verstoorde signalen

Bij ruim 60% van de patiënten met PDS zijn de zenuwen in de darmwand extra gevoelig. De ziekte wordt steeds vaker als een verstoring in de hersen-darm-as gezien, waarbij de darmen verstoorde signalen aan de hersenen doorgeven en vice versa. 

We weten intussen dat de reactie van onze hersenen op pijnprikkels samenhangt met ons endocannabinoïde systeem (ECS) en dat de cannabinoïde receptoren zich op verschillende plaatsen in ons lichaam bevinden, waaronder ook de darmen. Opkomende theorieën koppelen aandoeningen zoals PDS dan ook steeds vaker aan verstoringen van dit regulerende systeem.

Pijnstillend en stress verlagend

PDS is een chronische aandoening. Tot op heden is er geen remedie die de ziekte definitief kan genezen. De behandeling richt zich dan ook voornamelijk op het verlichten van de symptomen. Artsen raden hun patiënten meestal aan om hun levensstijl aan te passen en stress zoveel mogelijk te vermijden. Vooral dat laatste blijkt in praktijk geen eenvoudige opgave.  

THC, de belangrijkste psychotrope stof uit de cannabisplant, staat bekend om zijn stress verlagende werking. Bovendien zorgt de cannabinoïde ervoor dat onze zenuwen minder pijnsignalen aan de hersenen doorgeven. PDS-patiënten met overgevoelige zenuwen in de darmwand zouden daarom veel baat bij een behandeling met THC-olie kunnen hebben.

Herstelde balans

Tot slot kan THC het onevenwicht in het ECS herstellen. Het molecuul hecht zich aan de belangrijke cannabinoïde receptoren CB1 en CB2 en kan op die manier de darmbeweging reguleren die de klachten veroorzaakt. Wanneer de dikke darm zijn gezonde ritme heeft teruggevonden, zullen klachten zoals diarree, obstipatie en gasvorming vaak vanzelf verdwijnen. 

Cannabisgeschiedenis: Jezus’ heilige zalfolie bevatte cannabis

Door Shanna Pettens

Jezus Christus stond bekend om de talrijke mirakels die hij tijdens zijn publieke leven verrichtte. Van water in wijn veranderen tot over water lopen, maar ook exorcismes en verschillende tot voor kort onverklaarbare genezingen. Zo is er in het Nieuwe Testament onder andere sprake van een blinde die opnieuw kon zien nadat Jezus hem met zijn heilige olie gezalfd had.

Auteur, journalist en cannabishistoricus David Bienenstock meent te weten wat de olie van Jezus letterlijk tot een ‘wondermiddel’ maakte. In een interview met Daily Star Online verklaarde hij waarom hij gelooft dat de heilige olie… cannabis bevatte. 

Het interview vind je via onderstaande link:

Heilige rook: Jezus gebruikte cannabisolie om ‘wonderen’ te verrichten – Daily Star

Hoewel Bienenstocks theorie heel wat stof deed opwaaien, is hij vanuit historisch perspectief behoorlijk plausibel. Bij verschillende beschavingen was het gebruik van cannabis voor medicinale en religieuze doeleinden immers al van voor onze jaartelling ingeburgerd. 

In de periode waarin Jezus geleefd zou hebben was het geurige kruid niet alleen bekend in het Verre Oosten, maar ook in het Oude Griekenland en het nabijgelegen Egypte. De kans is dus reëel dat er ook in de regio van het huidige Israël en Palestina cannabis gekweekt werd. 

Vertaalfout

De heilige olie die Jezus gebruikte kende een lange geschiedenis. Ze werd voor het eerst vermeld in het boek Exodus. Jahweh gaf Mozes, de profeet die zijn volk vanuit Egypte naar het Beloofde Land leidde, de opdracht om een zalfolie te bereiden. Alle personen en voorwerpen die hij met deze olie zalfde, zouden heilig worden.

Het recept van de zalfolie is terug te vinden in Exodus 30:22-26. Naast mirre, kaneel en olijfolie bevatte het een ingrediënt dat in het Hebreeuws ‘kaneh-bosem’ heette. Lange tijd werd gedacht dat het om zoet riet ging of om kalmoes, een geneeskrachtige plant die onder meer in Egypte en het Oude Griekenland gebruikt werd om spijsverteringklachten te verlichten. 

Sula Benet, een van origine Poolse antropologe, was de eerste die bedenkingen uitte bij die vertaling. Door vergelijkbare woorden in verwante talen te bestuderen ontdekte ze dat ‘kaneh-bosem’ niet naar kalmoes, maar naar hennep verwees. 

Verklaring voor ‘mirakels’

Aan het begin van onze jaartelling was de medische kennis niet zo uitgebreid als de dag van vandaag. Daardoor kregen fenomenen waarvoor nog geen wetenschappelijke verklaring bestond al snel een religieuze interpretatie. Als we sommige passages over Jezus’ behandeling van zieken vergelijken met moderne verslagen over cannabisolie stellen we echter opvallende overeenkomsten vast.

Zo schreef Marcus in zijn evangelie dat de Messias en zijn leerlingen ‘vele duivels uitdreven en vele zieken zalfden met olie, waardoor ze genazen (Marcus 6:13)’. Waarschijnlijk ging het in werkelijkheid niet om bezetenheid, maar om epilepsieaanvallen. 

Intussen weten we dat zowel CBD- als THC-olie anti-epileptische eigenschappen bezitten en dat beide oliën in combinatie gebruikt kunnen worden om zware vormen van epilepsie te behandelen.  

Hetzelfde geldt voor de blinden die na Jezus’ zalving weer konden zien. Vermoedelijk leden deze mensen aan glaucoom, een aandoening die veroorzaakt wordt door een te hoge oogdruk en onbehandeld tot zenuwschade, zichtverlies en uiteindelijk tot blindheid kan leiden. 

Uit onderzoek blijkt dat THC-olie de oogdruk verlaagt en de doorbloeding verbetert, waardoor het risico op schade ten gevolge van deze oogziekte aanzienlijk vermindert.

Aangezien de zalfolie volgens het Bijbelse recept een tamelijk grote hoeveelheid cannabis bevatte, veronderstelt Bienenstock dat de medicinale verbindingen van de plant krachtig genoeg waren om minstens een deel van de genezingswonderen te verklaren die aan Jezus worden toegeschreven.

Openheid voor evoluerende interpretaties van het evangelie

Bienenstocks theorieën zijn nogal controversieel en kunnen bij sommige christenen die geen cannabis gebruiken in het verkeerde keelgat schieten. Aangezien iedereen met de juiste kennis gebruik kan maken van de geneeskrachtige eigenschappen van cannabis, kan het immers lijken alsof hij de wonderen die Jezus verrichtte bagatelliseert.

De verklaringen van de auteur doen echter geen afbreuk aan het feit dat Hij aandoeningen genas waarvoor destijds nog geen behandeling bestond. 

Aan het einde van het interview zei de cannabishistoricus dan ook dat hij het belangrijk vindt dat gelovigen openstaan voor evoluerende interpretaties van het evangelie. Naar eigen zeggen beseft hij dat er een enorm debat woedt over de geneeskrachtige eigenschappen van de cannabisplant en hij hoopt dat de acceptatie van zijn bevindingen kan helpen om het medicinale gebruik van cannabis te bevorderen.

Sneller verlost van een blaasontsteking dankzij medicinale cannabis

Door Shanna Pettens

Vaker moeten plassen, een branderig gevoel, pijn in de onderbuik of rug… Veel lezeressen weten bij het lezen van deze symptomen meteen waarover ik het heb. Blaasontsteking komt maar liefst vijftig keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Ongeveer de helft van alle vrouwen krijgt in de loop van haar leven minstens één keer een blaasontsteking. Bij mannen is dat ongeveer 1%. 

Medicinale cannabis bij blaasontsteking

Dat vrouwen zoveel vatbaarder zijn dan mannen heeft te maken met onze anatomie. Bijna alle blaasontstekingen worden veroorzaakt door darmbacteriën.

Bij vrouwen is de plasbuis korter en de afstand tussen de anus en de plasbuis kleiner. Daardoor komen de bacteriën die blaasontsteking veroorzaken gemakkelijker via de anus en de plasbuis in de blaas terecht.

The honeymoon disease

Blaasontsteking wordt ook wel eens de ‘honeymoon disease’ genoemd. De infectie dankt zijn romantisch klinkende bijnaam aan het verband tussen blaasontsteking en seks. Omdat de plasbuis, vagina en anus bij vrouwen dicht bij elkaar liggen, kunnen bacteriën tijdens een vrijpartij gemakkelijk in de opening van de plasbuis terechtkomen. 

Darmbacteriën die in de vagina belanden worden vrij snel geneutraliseerd door de zure bacteriën die daar aanwezig zijn. De plasbuis heeft dit verdedigingsmechanisme echter niet. Via deze weg geraken bacteriën gemakkelijk in de blaas. Daar hechten ze zich vast aan de blaaswand en veroorzaken ze een infectie.

Andere minder vaak voorkomende oorzaken van blaasontsteking zijn het gebruik van bepaalde medicijnen, een verminderde weerstand en afwijkingen aan de urinewegen, waardoor de blaas niet volledig leeg geplast wordt. De urine die dan in de blaas achterblijft, vormt een broeihaard voor bacteriën.

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, wordt blaasontsteking niet veroorzaakt door kou. Je warm aankleden zal je dus niet beschermen. Blaasinfecties zijn niet seizoensgebonden. Uit cijfers blijkt zelfs dat ze vaker voorkomen in de zomer dan in de winter. 

Voldoende water en gezonde voeding

Hoeveel risico je loopt om een blaasontsteking te krijgen, hangt deels af van wat je eet en drinkt. Om de kans op een infectie te verkleinen is het vooral belangrijk om voldoende water te drinken. Meer drinken betekent immers meer plassen. Hoe vaker de blaas gevuld en geledigd wordt, hoe minder tijd de bacteriën hebben om zich te vermenigvuldigen.

Veel groenten en fruit eten en suikerrijke voeding en drank vermijden zijn veelgehoorde gezondheidsadviezen. Terecht, want wat je eet en drinkt bepaalt de zuurtegraad (pH) van je urine en een lage pH-waarde (zure urine) wordt in verband gebracht met een hoger risico op het ontstaan van blaasontstekingen.

Zure waarden worden gemeten na het eten of drinken van sterk zuurvormend voedsel, zoals granen, vis, frisdrank, eiwitrijke en suikerrijke voeding. Volgens sommige bronnen zouden ook alcohol en cafeïne een ongunstig effect hebben op de zuurtegraad. Omgekeerd wordt urine meer basisch (minder zuur) door meer groenten, fruit en noten te eten

Medicinale cannabis bij blaasontsteking

Ontstekingsremmende werking van medicinale cannabis

Medicinale cannabis heeft een dubbele werking bij infecties: enerzijds vermindert het de ontsteking en anderzijds verlicht het de pijn die door de ontsteking veroorzaakt wordt. Dat komt omdat de werkzame stoffen van medicinale cannabis, CBD en het psychoactieve THC, inwerken op ons endocannabinoïde systeem (ECS). Dit systeem reguleert verschillende processen in ons lichaam, waaronder onze immuniteit en pijnrespons.

Ons ECS bestaat uit twee soorten receptoren: de CB1- en de CB2-receptoren. THC bindt zich aan CB1 en CBD hecht zich aan CB2. Beide types receptoren komen voor in onze immuuncellen, waardoor zowel THC als CBD een gunstig effect op de immuunrespons hebben.

Veelbelovende onderzoeksresultaten

We weten ondertussen dat de fytocannabinoïden uit de cannabisplant een positieve invloed op ontstekingen in het algemeen hebben, maar verlicht medicinale cannabis ook specifiek de symptomen van een blaasontsteking? 

Het antwoord is meer dan waarschijnlijk ‘ja’. Hoewel de hypothese nog niet uitgebreid onderzocht is bij mensen, leverde onderzoek met proefdieren veelbelovende resultaten op. Wetenschappers van de Universiteit van Winconsin-Madison bestudeerden het ziekteverloop van muizen die opzettelijk besmet waren met een bacterie die blaasontsteking veroorzaakt.

De onderzoekers stelden vast dat de muizen die met cannabinoïden behandeld werden sneller herstelden dan hun soortgenoten die geen cannabinoïden toegediend kregen. Ze maten onder meer de diameter van de urinevlekken van vrij rondlopende proefdiertjes en konden op die manier vaststellen dat de muizen die met cannabinoïden behandeld werden minder frequent, maar grotere hoeveelheden plasten. Uit andere tests kon afgeleid worden dat ze minder pijn hadden dan de muizen uit de controlegroep.  

Muizen zijn uiteraard geen mensen, maar het zijn ook zoogdieren en ze hebben een ECS. Het is dan ook aannemelijk dat onze cannabinoïde-receptoren op dezelfde manier reageren en dat medicinale cannabis ook bij mensen ingezet kan worden om de symptomen van een blaasontsteking te verlichten en de infectie sneller te doen genezen.

Bestrijd je winterdip met THC-olie

Door Shanna Pettens

De winter is altijd mijn minst favoriete seizoen geweest. Niet meteen het vrolijkste statement om mijn eerste artikel van 2022 mee te beginnen, maar het is nu eenmaal zo. De maand december vind ik nog feestelijk en gezellig, maar zodra de kerstversiering is opgeborgen en de lichtjes uit het straatbeeld verdwenen zijn, mag het wat mij betreft snel weer lente worden.

Blijkbaar ben ik niet de enige die reikhalzend uitkijkt naar hogere temperaturen en meer uren licht. Meer dan één op de tien personen heeft last van een winterdip. Tijdens de donkere tijd van het jaar voelen ze zich somber en futloos. Ze hebben een grote behoefte aan comfort food en zijn amper vooruit te branden. 

Bij zo’n drie procent van de bevolking zijn de klachten zo ernstig dat er sprake is van een seizoensgebonden depressie of een zogenaamde ‘winterdepressie’.

Winterdepressie versus ‘gewone’ depressie

Een winterdepressie of seizoensgebonden depressie wordt vaak verward met een ‘gewone’ depressie. Begrijpelijk, want de symptomen zijn gelijkaardig. Net als bij een niet-seizoensgebonden depressie voelt de patiënt zich lusteloos en vermoeid. Daarnaast heeft hij of zij stemmingswisselingen en de neiging om zich terug te trekken en sociale contacten te vermijden.

Er zijn echter ook belangrijke verschillen. Bij een winterdepressie verdwijnen de symptomen als sneeuw voor de zon (pun intented) zodra het lente wordt. Bovendien heeft iemand met een seizoensgebonden depressie vaak een grotere eetlust dan gewoonlijk, terwijl patiënten met een ‘gewone’ depressie amper een hap door hun keel krijgen. 

Tot slot hebben mensen met een niet-seizoensgebonden depressie vaak moeite om in te slapen door hun voortdurend malende gedachtestroom. Patiënten met een winterdepressie hebben dan weer de neiging om meer te slapen dan normaal.

Genderongelijkheid

Winterdepressie komt vier keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Tot nu toe hebben wetenschappers hier nog geen sluitende verklaring voor gevonden, maar ze vermoeden dat de vrouwelijke hormonen er iets mee te maken hebben.

Gezonde levensstijl

Bij het behandelen van – al dan niet seizoensgebonden – depressieve klachten ligt de nadruk in eerste instantie op een gezonde levensstijl.

Regelmatig bewegen (liefst buiten en bij daglicht) en gezond eten met voldoende vitaminen en mineralen helpen je al een heel eind op weg. Een vitamine D-supplement kan ondersteuning bieden, net als lichttherapie.

Suiker, cafeïne en alcohol kan je dan weer beter vermijden. Hoewel een suikerrijke snack, een mok sterke koffie of een energiedrankje je een tijdelijke opkikker kunnen geven, veroorzaken ze grote pieken en dalen in je energiepeil, waardoor je je uiteindelijk nog vermoeider voelt. 

Alcohol helpt je te ontspannen en zorgt ervoor dat je sneller inslaapt, maar heeft een negatief effect op de slaapkwaliteit, waardoor je ’s ochtends minder fris en helder bent. 

THC-olie als natuurlijk antidepressivum

Heb je ondanks de bovenstaande tips nog steeds een gebrek aan energie en/of last van stemmingswisselingen, dan kan THC-olie soelaas bieden. Zoals ik in mijn vorige artikels reeds uitlegde werkt THC, het psychoactieve bestanddeel van de cannabisplant, in op het endocannabinoïde systeem (ECS).

Dit systeem reguleert verschillende processen in het lichaam, waaronder de weerstand, het slaappatroon en de emoties.

Door bepaalde omstandigheden, waaronder een (seizoensgebonden) depressie, kan het ECS uit balans geraken. In zulke gevallen kunnen plantaardige cannabinoïden (fytocannabinoïden) helpen om het evenwicht te herstellen. Onze cannabinoïde receptoren reageren namelijk hetzelfde op cannabinoïden die afkomstig zijn van de cannabisplant als op de lichaamseigen neurotransmitters die het ECS ondersteunen.

THC staat erom bekend dat het stress verlicht en het humeur verbetert. Patiënten die THC-olie gebruiken geven aan dat ze minder depressieve klachten en angstige gevoelens ervaren. Door een verbeterde slaapkwaliteit worden ze ’s ochtends uitgeruster wakker, waardoor ze overdag meer energie hebben.